Het vrije woord onthoofd?
Vijf jaar na #jesuischarlie zijn we nu aangekomen bij #jesuissamuel. Op 16 oktober werd de Franse geschiedenisleraar Samuel Paty onthoofd. Reden: de leraar had lesgegeven over de vrije meningsuiting en had het daarbij aangedurfd om cartoons te tonen van de profeet Mohammed. Is daarmee het vrije woord onthoofd? Als ieder van ons steeds meer zijn eigen woorden moet wikken en wegen, dreigt zelfcensuur uit angst een feit te worden. De vraag die zich dan opdringt na deze zoveelste terreurdaad is dan ook: hoe kan de vrijheid van meningsuiting prevaleren als de ander deze meningsuiting als zo’n grote belediging ervaart en het gebrek aan respect vertaald wordt in geweld?
Nog een keer wordt op een zeer pijnlijke manier duidelijk via de discussie op sociale media sinds één week hoe groot de polarisatie is. Aan de ene kant zijn er de mensen die denken dat vrije meningsuiting een grondrecht is. Aan de andere kant mensen die van mening zijn dat het feit dat alles gezegd mag worden nog geen vrijbrief is om te vergeten dat er ook een morele verplichting bestaat om elkaar niet onnodig te kwetsen.
De wereld van de taal is er eentje van nuance. Zo bestaat er bijvoorbeeld een verwikkelde band en een dunne grens tussen het woord geweld en geweldig (geweldig betekende vroeger: machtig; krachtig, sterk). Op een andere manier lijken mensen soms de grens te zijn verloren tussen het uiten van een onderbouwde mening en het simpelweg beroep doen op het recht om maar alles te mogen zeggen. Dit blijkt wel als men de storm aan ongenuanceerde en aanvallende commentaren leest op sociale media over de onthoofding van Samuel Paty. Mensen lijken zich onbegrensd te voelen in het uiten van hun mening en weten daarbij vaak onvoldoende hun taalgebruik te nuanceren.
Het blijkt essentieel om niet te vergeten dat woorden een betekenis hebben maar daarnaast ook een connotatie. Deze connotaties kunnen in sommige gevallen zwaar geladen zijn. Geweld schuilt niet alleen in daden maar soms ook in wat geweld(ige) woorden lijken te zijn!
Samuel Paty: rust zacht!